Details
220 p.
Besprekingen
De Standaard
'Verhalen vertellen is een gezelschapsspel, waarbij het gezelschap uit minimaal twee personen bestaat: de verteller en de toehoorder, de schrijver en de lezer', schrijft Jamal Ouariachi in het nawoord bij zijn nieuwe verhalenbundel Herinneringen in aluminiumfolie. Na vier romans, waarvan vooral Vertedering (2013) en Een honger (2015) enthousiast ontvangen werden, was de tijd rijp voor een ander genre dat zowel speels als uitnodigend moet zijn: 'Wat ik vraag van de schrijver in het algemeen, is dat hij niet in zijn eentje bij een knapperend kampvuurtje gaat zitten genieten van zijn eigen stemgeluid, terwijl tientallen meters verderop de lezer staat te rillen in de kille duisternis.'
Jamal Ouariachi doet inderdaad zijn best om het gezellig te maken. Al lijkt hij je eerder uit te nodigen in zijn speeltuin dan voor een rustig bordspel. Hij stuift uitgelaten door zijn materiaal door te jongleren met thema's en perspectieven. In 'Keuze' kiest hij voor een standpuntenwissel tussen exotische, aasetende insecten en hun slachtoffer, in 'Minder niets meer' volgen verteller en publiek als een documentaireploeg een man die experimenteert met zelfbeheersing, 'Come together' toont drie visies op een desastreuze date en 'De toeristenslager' biedt een toeristenblik op Amsterdam.
Uit de beste verhalen spreekt veel vertelplezier. Het ingetogen 'Sabotage' is een proeftuin voor menselijke verhoudingen en de grenzen van loyaliteit. 'Zopor' speelt met een vreemd taaltje met veel extra o's, zoals in A clockwork orange van Anthony Burgess. Even lijkt een spraakgebrek door een ontstoken tandzenuw de oorzaak van de o's, maar het blijkt een geheimtaal te zijn voor dagboeknotities over vluchtgedrag en fantasieën over 'woppies' en 'de genoegens van de doppelzijdige dolder' - seks, dus. Dat leidt niet tot ultraviolence, zoals bij Burgess, maar toont de binnenkant, 'de krochten' van een zwalpende lafaard met een gebroken hart.
Vaak zit er een verrassende knik in het verhaal, zoals in het pijnlijk grappige 'De Moslim Sportvissers Club' waarin het uitstapje van een groep gematigde moslims verstoord wordt door een aangespoeld vrouwenlijk. 'Alles wat we willen is aangenaam zwijgen in elkaars gezelschap', maar wat zei Allah nu ook alweer over het aanraken van dode vrouwenlijven?
Kort gebakken
Voor de prachtige zinnen moet je deze bundel niet lezen. Ouariachi's stijl is veeleer functioneel, al besteedt hij vaak aandacht aan prikkelende openingszinnen met details die je alvast wat rechter doen zitten. De bundel opent met: 'Een plakje kort gebakken kastanjechampignon, daar leek het nog het meest op. Het had verpakt gezeten in een binnenstebuiten gekeerde latex handschoen, en daaromheen keukenpapier.' Zonder het 'kort gebakken' en de bijna tegengestelde werelden van de klinische latex handschoen en het huiselijke keukenpapier zou je niet half zo nieuwsgierig zijn naar wàt er op een plakje champignon lijkt. Maar daarna kan je al snel weer onderuitzakken. Het titelverhaal zou met zijn hobbelige ritme en flauwe dialogen ongeredigeerd geplukt kunnen zijn uit het dagboek van de verteller, een psychologiestudente die een plakje hersenen cadeau krijgt van een kotgenote.
De andere verhalen lijken niet meer dan parabels, simpele boodschappen waarbij de personages filosofische jongleerballen zijn. Zo combineert 'Keuze' het verrassende perspectief en de onverwachte knik, maar het is niet meer dan een kapstok: een vrouw met keuzestress laat haar gewonde man doodbloedend achter op een onbewoond eiland maar 'het doet hem deugd, ondanks alles, te weten dat B eindelijk een keuze heeft weten te maken, voor hen allebei nog wel'.
Bochten
In het bozige nawoord met de toepasselijke titel 'De schuld van de schrijvers' gaat Ouariachi na waarom het korte verhaal na een glorieuze tocht door de cultuurgeschiedenis in de marge is beland. Zijn diagnose? 'Het zijn de schrijvers die van het verhalengenre een gedegenereerd Tsjernobyl-gnoompje hebben gemaakt.' Maar getuigt het nog van echte moed om als zoveelste in de rij Maartje Wortel - overigens zonder haar naam te noemen - te beschuldigen van 'overbodige kleuterzinnen'? En houdt het wel steek dat kwaliteit recht evenredig is met inzet, dat schrijvers bij een verhaalopdracht rekening houden met de balans tussen geld verdienen en reputatieschade? Blinken schrijvers enkel uit wanneer ze een bijzondere inspanning willen leveren en kost het bijgevolg meer moeite om een goed verhaal te schrijven dan een slecht? Er zitten heel wat korte bochten in dit nawoord, maar die zullen we aan het ongedwongen speeltuingehalte van Herinneringen in aluminiumfolie wijten, waar de schrijver met plezier kronkelt, zwaait en hoopt samen met de lezer het perfecte ritme op de wip te vinden. Hij heeft zijn best gedaan, maar een adembenemend blinkende glijbaan staat er niet.
Querido, 220 blz., 18,99 € (e-boek 11,99 €).