De Zweedse thrillerschrijversduo’s Roslund/Hellström en Lars Kepler hebber er een geduchte concurrent bij gekregen: Hjorth Rosenfeldt (een samentrekking van Michael Hjorth en Hans Rosenfeldt) bewijst met Wat verborgen is dat ze heel wat in hun mars hebben.
Het provinciestadje Västerås wordt opgeschrikt door een akelige vondst: de zestienjarige Roger Eriksson, leerling aan het plaatselijke chique Palmlöv College, wordt vermoord aangetroffen. Meer dan dertig messteken telt de politie op het lijk, en een gruwelijk detail is dat het hart van de jongen weggesneden is.
De lokale politiechef heeft al snel door dat deze zaak te groot is voor haar korps en roept de hulp in van de Nationale Recherche. Die stuurt een team onder leiding van de ervaren Torkel Höglund naar Västerås. Höglunds vaste medewerkers zijn specialiste in technische en forensische geneeskundige bewijsvoering Ursula Andersson, computer whizzman Billy Rosén en manusje van alles Vanja Lithner. In de loop van het onderzoek krijgt het team onverwachte ‘versterking’ van een oude kennis en voormalig misdaadpsycholoog. De lezer weet op dat ogenblik al dat die met heel eigen bedoelingen aan het onderzoek participeert…
Echt vernieuwend kun je Wat verborgen is niet noemen, maar binnen een min of meer traditioneel kader leveren Hjorth en Rosenfeldt wel een boek af dat vlot leesbaar, geloofwaardig én spannend is. Veelbelovende (dwaal)sporen, onverwachte wendingen, cliffhangers, zorgvuldig gedoseerde informatie én een onverwacht einde, Wat verborgen is heeft het allemaal.
De auteurs besteden bijzonder veel aandacht aan de karakterisering van hun personages: allemaal min of meer gewone mensen met gebreken en problemen; er zitten er maar weinig tussen met wie je je niet enigszins verwant voelt of voor wie je geen sympathie koestert — directeur Ragnar Groth is de uitzondering die de regel bevestigt. Let in dit verband bijvoorbeeld op het ambivalente karakter van de hierboven al vermelde psycholoog: de laatste bladzijden van het boek (de misdaad zelf is op dat ogenblik al opgelost) zijn een juweeltje.
Op de sobere vertaling van Geri de Boer valt weinig af te dingen, de omslagillustratie van deze Nederlandse vertaling daarentegen slaat echt nergens op. Maar voor de rest: een aanrader, absoluut. [Eddy Waumans]

Debuut van het Zweedse schrijversduo, met in de hoofdrol de onsympathieke psycholoog en profielschetser Sebastian Bergman, een man van middelbare leeftijd, die getraumatiseerd is door het verlies van zijn vrouw en kind bij de tsunami in 2004. Hij werkt niet meer, en om te vergeten is hij een ware vrouwenjager geworden. Dan stuit hij bij het leeghalen van het huis van zijn overleden moeder op verborgen brieven. Omdat hij het informatiesysteem van de recherche nodig heeft voor zijn privé-onderzoek, overtuigt hij zijn vroegere vriend Torkel Höglund van de recherche uit Stockholm dat hij kan helpen bij het oplossen van de moord op een 16-jarige jongen. Dit zeer tegen de zin van het rechercheteam. De sporen wijzen naar een elitaire school waar veel rottigheid schuilgaat achter de keurige façade. Vlot leesbaar verhaal waarin de spanning goed wordt opgebouwd en de lezer meer dan eens op een dwaalspoor wordt gezet. Desondanks niet echt verrassend. De karakters komen wel goed uit de verf. Dit eerste deel uit de serie van de Bergmankronieken wordt verfilmd. Normale druk.